Traceerinstellingen
Met de optie Traceerinstelling kan het zoekgebied worden ingesteld. Dit bepaalt de zoekkwaliteit van de automatische meting.
De traceerinstellingen definiëren
- Sleep in het traceerbeeldje de randen van de cirkel (traceergebied) en de rechthoek (zoekgebied) rechtstreeks in het videoscherm,
of
- druk in de werkbalk van videometen op de knop Punt traceren
. Klik op de pijl naast de knop Punt traceren en selecteer de optie Traceerinstellingen. Definieer het zoekgebied door de Hoogte, Breedte en Kleurop te geven. Maak het zoekgebied niet te groot om de rekentijd te beperken en foutieve waarden te voorkomen. De kleur wordt gebruikt voor de rechthoek van het zoekgebied.
- Definieer het traceergebied voor elk videopunt door de Naam, Straal en Kleur op te geven. Het traceergebied wordt begrensd door een cirkel met een gegeven straal. De kleur wordt gebruikt voor het cirkelvormige traceergebied.
Let op: het traceergebied kan niet groter zijn dan het zoekgebied.
Traceerinstellingen aanpassen
- Klik met de rechtermuisknop in het videomeetvenster en klik in het menu op Traceerinstelling.
- Specificeer voor ieder videopunt de grootte van het zoekgebied en geef de markering een kleur. Een kleiner zoekgebied zorgt voor een kortere rekentijd, maar vergroot de kans op missers. De zoeker is afgebakend door een cirkel met een bepaalde straal.
- Als traceren is ingeschakeld, worden het zoekgebied en de zoeker weergeven op het eerst geselecteerde beeldje.